Hoe zorg ik ervoor dat mijn wagen winterklaar is?

• Overweeg om winterbanden te installeren. Dit is niet verplicht in België maar is wel een echte meerwaarde voor jouw veiligheid.
• Verifieer de bandenspanning en de profieldiepte van jouw banden. Gebruik daarvoor een profieldieptemeter op verschillende plaatsen van de band. Kijk de correcte bandenspanning na in de gebruikshandleiding van jouw wagen.
• Test je batterij: een verminderde lichtintensiteit als je naar de radio luistert of als je de verwarming aanzet, geeft aan dat de batterij aan vervanging toe is.
• Let erop dat je lichten en richtingsaanwijzers goed werken, zodat je voertuig goed zichtbaar is.
• Laat kleine sterretjes in je voorruit herstellen voordat ze door vrieskou vergroten.
• Gebruik sproeivloeistof die bestand is tegen temperaturen tot – 30°C.
• Smeer de rubberen hechtingen van de deuren in met vet, zodat ze niet vastvriezen.
• Bewaar een deken in je auto om te voorkomen dat je kou vat tijdens je rit bij panne of file.
• Zorg dat je altijd een krabbertje, een ijsbestrijdingsmiddel voor de ramen en het slot en trekkabels bij de hand hebt. Vermijd om ze in de wagen zelf te bewaren, want als de deuren bevroren zijn, kan je de auto niet meer openen.
• Bescherm de avond vóór je vertrekt de ramen van de wagen met bijvoorbeeld krantenpapier of karton (aluminiumpapier is ook heel geschikt).
• Bevestig een paar kousen rond je ruitenwissers om te voorkomen dat ze aanvriezen.
• Vermijd zo veel mogelijk het gebruik van je handrem, die kan immers ook aanvriezen. Kies er eerder voor om je wagen in eerste versnelling te laten staan.
• Voorzie de nodige tijd om sneeuw en ijs te verwijderen van je ramen, zijspiegels en lichten.
• Warm de auto niet op terwijl je ijs of sneeuw verwijdert. Een motor die stilstaand draait, warm nauwelijks op. Bovendien loopt je het risico dat je uitlaatgassen inademt.

Een veilige rit gewenst