Autostoel: één kind op de twee is slecht vastgemaakt.

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen die kleiner zijn dan 1 meter 35. Er bestaan verschillende soorten. Maar welke moet u kiezen voor een optimale veiligheid? Heel eenvoudig, gewicht is de doorslaggevende factor.

Autostoelen worden gerangschikt per groep en deze verdeling gebeurt op basis van het gewicht van het kind. Ook de leeftijd staat vermeld op de meeste modellen. Dit kan uw keuze vergemakkelijken. U moet dus enkel veranderen van groep als uw kind meer weegt dan het aangeduide maximumgewicht.

• Groep 0+: 0 tot 13 kg: de hals van baby’s jonger dan 12 maanden is heel kwetsbaar. Het is dus aan te raden om uw kind tegen de rijrichting te laten zitten. Dit verlaagt het risico op halsletsels aanzienlijk. Als u kiest voor een draagmand, moet u ervoor zorgen dat ze beschikt over het nodige toebehoren om ze te bevestigen op de achterbank van uw voertuig en over riempjes om uw baby te kunnen vastmaken.
  
• Groep 1: 9 tot 18 kg: kinderen die kunnen zitten, hebben een stevigere hals. Ze kunnen de rembewegingen van uw voertuig opvangen. U mag de autostoel dus in de rijrichting installeren.
  
• Groep 2-3: 15 tot 36 kg: uw kind zit op een zitverhoger, met of zonder rugleuning. We raden u wel aan om te kiezen voor een model met rugleuning. Ook als uw kind meer weegt dan 36 kilo of groter is dan 1 meter 35, is de zitverhoger toegestaan (tot 1 meter 50).
  
• Groep 1/2/3: van 9 tot 36 kg: verschillende fabrikanten bieden 1/2/3-modellen aan die verschillende groepen combineren in een aanpasbaar model. Deze autostoelen zijn meestal geschikt voor kinderen vanaf 12 maanden tot 10-12 jaar.

Is uw kind groter dan 1 meter 35? Dan kan het een veiligheidsgordel dragen zoals een volwassene.

U kunt kiezen tussen autostoelen met het Isofix-systeem, of met veiligheidsgordels. Wat u ook kiest, voor de veiligheid is het erg belangrijk dat u de autostoel op de correcte manier installeert.

• Isofix: om dit type autostoel te kunnen gebruiken, moet uw wagen uitgerust zijn met het Isofix-systeem. Hiermee beperkt u letsels na een ongeval. Via het systeem is de stoel immers vastgemaakt aan het chassis van de wagen. De autostoel van uw kind wordt in feite vastgeklikt op de zetel. Het enige nadeel is dat ze zwaar zijn en vaak duurder dan autostoelen met veiligheidsgordels.

• Installatie met behulp van de veiligheidsgordel van de auto: lees aandachtig de gebruiksaanwijzing als u kiest voor dit type autostoel. Deze stoelen zijn flexibeler in gebruik want u kunt de autostoel bijvoorbeeld van de ene wagen in de andere zetten. Studies hebben echter aangetoond dat 8 ouders op de 10 deze stoelen verkeerd installeren.

Als u een autostoel koopt, moet u er altijd voor zorgen dat hij voldoet aan de recentste Europese normen. Op de autostoel zelf vindt u een label met het homologatienummer. Als dit nummer niet begint met 03 of 04, mag u hem niet gebruiken.

• Verander van autostoel zodra het hoofdje van uw baby uitsteekt boven de rugsteun van de stoel of als uw kindje meer weegt dat het maximumgewicht dat is toegestaan voor die bepaalde groep van stoelen.
• Schakel de airbag vooraan uit als uw kind tegen de rijrichting zit. Als de airbag zou afgaan, kan dat immers dodelijk zijn.
• Laat uw kind zo lang mogelijk tegen de rijrichting zitten. Dit vermindert het risico op halsletsels, zelfs in geval van bruusk remmen.
• Aarzel niet om de autostoel in het midden op de achterbank te zetten. Dit is de veiligste plaats. Zo vermijdt u letsels door een zijdelingse aanrijding.
• Lees aandachtig de instructies van de fabrikant voor autostoelen die zijn vastgemaakt met behulp van de veiligheidsgordel en voor verhogingskussens.
• Zet uw kind in de autostoel met de gordels los. Eén cm speling laten is voldoende. Zorg ervoor dat uw kind niet verstrikt raakt in de gordels.
• Plaats de autostoel bij voorkeur op de achterbank. Dit vermindert het risico op ernstige verwondingen met 15 %.