Zo, nu ben je klaar om te vertrekken. Hier zijn zeven tips voor onderweg.
1. Start rustig
Zeker als het al even geleden is dat je nog met de motor reed, neem je best je tijd om opnieuw wat te wennen aan je machine. Bepaalde technieken moet je ook weer wat oefenen, zoals het bochten nemen en het bedienen van de koppeling. Een opwarmingsritje op een gevarieerd parcours kan dus nooit kwaad.
2. Word niet overmoedig
Overmoed kan fataal zijn in het verkeer. Een goed motorrijder gaat er daarom van uit dat hij altijd nog wel iets kan bijleren en verbeteren. Volg regelmatig rijvaardigheidscursussen om je technieken bij te schaven en je reflexen aan te leren of opnieuw in te oefenen. De juiste technieken en reflexen komen je onderweg zeker van pas.
3. Neem bochten zoals het moet
Bochten rijden met de motor vergt een goede techniek. In de bocht zelf mag je nooit remmen, dus moet je goed anticiperen en op voorhand voldoende snelheid minderen. Verder begin je aan de buitenkant van de bocht en schuif je pas naar binnen als het einde van de bocht in zicht is.
4. Gebruik de juiste remtechniek
De gouden tip is om alleen te remmen wanneer je moto rechtop staat. Trek je jouw machine niet eerst recht, dan loop je gegarandeerd het risico om onderuit te gaan. Verder rem je met het beste effect wanneer je een rechte lijn aanhoudt en de druk tussen de voor- en de achterrem goed verdeelt.
5. Houd je voeten op de steunen bij langzame manoeuvres
Bij trage manoeuvres heb je misschien de neiging om je voeten van de steunen te halen en ze te laten hangen om te stabiliseren. Niet doen, want zo kan je niet bij je achterrem als het plots nodig is. Door je voeten op de voetsteunen te laten, houd je bovendien beter je evenwicht.
6. Wees op alles voorbereid
Bereid je altijd voor op het ergste, dan kan je beter reageren wanneer je over een glad zebrapad rijdt of er plots een voetganger oversteekt. Door goed te anticiperen op wat kan gebeuren, pas je vanzelf je snelheid en je rijstijl aan.